Aansluiten van de bluetooth-interface (Optioneel)

Ga na of de wireless LAN-/bluetooth-set (1) met de printer is verbonden.

Wireless communicatie is mogelijk met bluetooth-compatibele computers die minder dan ± 10 m van de printer zijn verwijderd.

Zorg ervoor dat de bluetooth-functie van de printer en de computer is ingeschakeld en voeg vervolgens de printer als bluetooth-apparaat op de computer toe.

De bluetooth-functie van de printer is standaard ingeschakeld en wordt geconfigureerd via het menu [Bluetooth] of met de All-In-One Tool.

• Modulespecificaties of de bluetooth-versie kunnen tot gevolg hebben dat de bluetooth-verbinding onstabiel is. Bij gebruik van de bluetooth-verbinding doet u er goed aan de werking te testen in uw gebruiksomgeving (computer, afdrukgegevens, aantal afdrukken, afdrukfrequentie, enz.).

• Als u het printerstuurprogramma wilt gebruiken, moet u het communicatieprotocol instellen op Status4. (De beginwaarde van het communicatieprotocol voor de bluetooth-interface van de printer is Status4 Multi.)

---

Gerelateerde onderwerpen

Configureren van de interface-instellingen met de All-In-One Tool

Configureren van de interface-instellingen via de instellingenmodus van de printer

Bluetooth-interface