TOP > Aan de slag > Aansluiten van de printer op een computer > Aansluiten van interfaces > Aansluiten van de wireless LAN-interface (optioneel) Aansluiten van de wireless LAN-interface (optioneel) Ga na of de wireless LAN/bluetooth-set (1) met de printer is verbonden. Stel de communicatieparameters in volgens uw netwerkomgeving. Stel het IP-adres van de printer in. U kunt het IP-adres van de printer instellen via het menu [Wi-Fi] of met de All-In-One Tool. • Als u het printerstuurprogramma wilt gebruiken, moet u het communicatieprotocol instellen op STATUS4. (De beginwaarde van het communicatieprotocol voor de wireless LAN-interface van de printer is STATUS4 ENQ.) • De printer biedt geen ondersteuning aan Atheros, SuperG of XR-functies. Related Topics Configureren van de interface-instellingen met de All-In-One Tool Configureren van de interface-instellingen via de instellingenmodus van de printer Wireless LAN-interface Terug naar top