TOP > Instellen van de printer > Aanpassen van het basisreferentiepunt > Aanpassen van de afdrukpositie
Stel [Pitch] in het menu [Afdrukken] > [Geavanceerd] > [Aanpassingen] in om de afdrukpositie aan te passen.
1.
3.
4.
• Zorg ervoor dat na de aanpassingen de afstand tussen [Pitch] en [Offset] de grootte van 1 label (inclusief rugpapier) niet overschrijdt.
• In het menu [Systeem] > [Regionaal] > [Eenheid] kunt u de eenheid veranderen in punten (dots), " (inch) of mm.
• Wanneer de afdruktaak tijdelijk wordt onderbroken (pauzestand), verschijnt het menu [Aanpassingen] in plaats van het menu [Instellingen] en kunt u de afdrukpositie aanpassen.