Veiligheidsvoorschriften voor de batterjiset

Neem altijd de volgende veiligheidsvoorzorgsmaatregelen in acht wanneer u de batterij gebruikt.

Als u de batterij onjuist gebruikt, kan dat leiden tot elektrische schokken, lekkage, oververhitting, rookontwikkeling, uitval of brand.　

Gebruikte beeldsymbolen

In deze bedieningshandleiding en op de printerlabels worden verschillende beeldsymbolen gebruikt. Deze symbolen zorgen ervoor dat de printer veilig en correct wordt gebruikt en helpen letsel aan derden en schade aan eigendommen te voorkomen. De symbolen hebben de hieronder aangegeven betekenis. Zorg ervoor dat u goed bekend bent met deze symbolen voordat u de hoofdtekst leest.

	Het niet naleven van de instructies waarbij dit symbool staat en het verkeerd gebruiken van de printer kan leiden tot ernstig letsel met mogelijk dodelijke afloop.
	Het niet naleven van de instructies waarbij dit symbool staat en het verkeerd gebruiken van de printer kan leiden tot letsel of schade aan eigendommen.

　

Voorbeelden van beeldsymbolen

	Het symbool betekent "Verboden handeling".
	Het symbool betekent "Verplichte handeling".

　

	• De levensduur van lithium-ionbatterijen hangt af van het gebruik. Wij adviseren de batterij te vervangen na 300 oplaadcycli of, indien eerder, drie jaar na het eerste gebruik.
	• Wanneer u vaststelt dat de batterijcel gebarsten of gedeukt is door hevige schokken of stoten, moet u de batterij onmiddellijk buiten gebruik stellen en vervangen. Als u de batterij in deze toestand blijft gebruiken, kan oververhitting of brand ontstaan.
	• Demonteer of modificeer de batterij niet.
	• Stel de batterij nooit bloot aan een open vlam of aan hitte.
	• Houd de batterij uit de buurt van vuur, verwarmingskachels e.d. en stel deze niet bloot aan hoge temperaturen (meer dan 60°C), bv. in een gesloten voertuig bij zeer warm weer.
	• Houd de batterij tijdens het opladen of ontladen uit de buurt van ontvlambare/brandbare materialen.
	• Sluit de pluspool (+) en minpool (-) van de batterij nooit aan met geleidende materialen, zoals metaaldraad. Draag of bewaar de batterij nooit samen met halsbanden, haarspelden of andere metalen voorwerpen die onbedoeld een kortsluiting kunnen veroorzaken.
	• Maak de batterij nooit nat en dompel deze niet onder in (zee)water of andere vloeistoffen.
	• Stel de batterij niet bloot aan hevige schokken of stoten door deze te laten vallen of ermee te gooien.
	• Doorboor de batterij niet met scherpe voorwerpen, zoals spijkers. Sla niet op de batterij met een hamer en ga niet op de batterij staan.
	• Wanneer u de batterij in de printer oplaadt, gebruik dan de door SATO Corporation aangegeven AC-netspanningsadapter.
	• Gebruik altijd de juiste oplader om de batterij aan te sluiten op een stopcontact, sigarettenaansteker van de auto e.d.
	• Vermijd bij lekkage van batterijvloeistof elk contact met de ogen (bv. door met de handen in uw ogen te wrijven). Bij contact met de ogen moet u grondig spoelen met zuiver water (bv. leidingwater) en direct de hulp van een arts inroepen.
	• Als het opladen na de aangegeven tijdsduur niet is voltooid, moet u de oplaadcyclus stoppen en de batterij uit de printer of oplader verwijderen.
	• Voer onmiddellijk de volgende acties uit wanneer u een ongewone geur, abnormale hitte, verkleuring, vervorming, vloeistoflekkage vaststelt of iets ongewoons bemerkt tijdens het gebruiken, opladen of bewaren van de batterij. ◦ Haal de stekker uit het stopcontact. ◦ Schakel de printer uit. ◦ Neem de batterij uit de printer of de oplader. Houd de batterij uit de buurt van vlammen en gebruik de batterij niet langer. Als u dat toch doet, kan dit brand veroorzaken en leiden tot brandwonden, letsel of elektrische schokken.

　

	• Bewaar de batterij buiten het bereik van jonge kinderen. Vermijd contact van de batterij met de mond en zorg ervoor dat de batterij niet per ongeluk kan worden ingeslikt.
	• Laad de batterij op binnen het aanbevolen temperatuurbereik van 5 tot 35°C.
	• Reinig de batterijklemmen van tijd tot tijd door ze schoon te wrijven met een droog wattenstaafje of iets dergelijks.
	• Het is af te raden de batterij te bewaren in de volgende toestand: ◦ Volledig opgeladen (direct na voltooiing van de oplaadcyclus). ◦ Zonder restlading (waarbij de batterij onvoldoende lading heeft om de printer in te schakelen). Als u dat toch doet, kan dit leiden tot defecten en een kortere levensduur van de batterij. De batterij wordt het best opgeslagen wanneer de restlading circa 40% bedraagt.
	• Zelfs wanneer de batterij langere tijd niet wordt gebruikt, moet u ongeveer iedere zes maanden de volgende handelingen uitvoeren om de batterijprestaties op peil te houden: de batterij volledig opladen en gebruiken met de printer tot de restlading circa 40% bedraagt; vervolgens de batterij uit de printer verwijderen en bewaren in een koele, droge ruimte.

Tip vóór het gebruik

Noteer op de sticker van de batterij de eerste gebruiksdatum zodat u weet wanneer de batterij moet worden vervangen.