[Bluetooth] Menu

Verschijnt alleen wanneer de optionele wireless LAN/Bluetooth-set is geïnstalleerd.

• U krijgt alleen [Gekoppelde apparaten] in het menu [Koppelen] te zien wanneer het menu [Inschakelen] is uitgeschakeld.

In het menu [Bluetooth] zijn de volgende instellingen beschikbaar:

[Inschakelen]

In- of uitschakelen van de Bluetooth-functies.

[Naam]

Instellen van de apparaatnaam voor de printer.

U kunt 1 tot 53 tekens invoeren. Dit mogen letters van het alfabet (hoofdletters en kleine letters), cijfers en symbolen zijn.

[Pincode]

Instellen van de pincode.

U kunt 4 tot 16 tekens voor de pincode invoeren. Dit mogen letters van het alfabet (hoofdletters en kleine letters), cijfers en symbolen zijn.

[BD-adres]

Toont het BD-adres van de printer. (U kunt dit adres niet wijzigen.)

[Versie firmware]

Toont de Bluetooth-firmwareversie. (U kunt deze waarde niet wijzigen.)

[Host BD-adr.]

Controleren van het BD-adres van de host.

[Koppelen]

Koppelen van de printer met een Bluetooth-apparaat.

Beschikbare instelopties:

Beschikbare apparaten

De printer zoekt een Bluetooth-apparaat en toont de naam daarvan.

Gekoppelde apparaten

Toont een lijst met eerder gekoppelde apparaten. Selecteer een apparaat om dit uit de lijst te verwijderen.

• In [Beschikbare apparaten] krijgt u alleen apparaten met het Bluetooth-profiel HFP, HSP of HID te zien. Dit kan een headset, toetsenbord of barcodescanner zijn.

[IAP klaar]

Toont de operationele status van de IAP-verificatiechip om de communicatie in te schakelen tussen een apparaat met iOS en een Bluetooth-apparaat.

Wanneer de communicatie is ingeschakeld, wordt een vinkje weergegeven.

[iOS opnieuw aansluiten]

Uitschakelen van de iOS Reconnect-functie of die op Manual (manueel) instellen.

Beschikbare instelopties:

Uitgeschakeld

De printer probeert niet opnieuw verbinding te maken met iOS. U moet via het iOS-apparaat proberen opnieuw verbinding te maken.

Handmatig

Bij het inschakelen of overschakelen naar de online- of offlinemodus probeert de printer opnieuw verbinding te maken met iOS.

[Verificatie]

Instellen van het verificatieniveau.

Beschikbare instelopties:

Geen

None (geen)

Niveau 2-1

Pincodeverificatie op serviceniveau zonder versleuteling

Niveau 2-2

Pincodeverificatie op serviceniveau met versleuteling

Niveau 3

Pincodeverificatie op koppelingsniveau zonder versleuteling

Niveau 4

Compatibel met SSP (Secure Simple Pairing) op serviceniveau met versleuteling (communicatie mogelijk met apparaten die niet SSP-compatibel zijn)

[ISI]

Instellen van de ISI-communicatieparameter.

Instelbereik: 0 of 18 tot 4096.

Stel in op een waarde die hoger is dan de voor de ISW-communicatieparameter ingestelde waarde.

[ISW]

Instellen van de ISW-communicatieparameter.

Instelbereik: 0 of 18 tot 4.096.

Het instelbereik hangt af van de voor de ISI-communicatieparameter ingestelde waarde.

Stel een waarde in die lager is dan de voor de PSI-communicatieparameter ingestelde waarde.

[PSI]

Instellen van de PSI-communicatieparameter.

Instelbereik: 18 tot 4096.

Stel in op een waarde die hoger is dan de voor de PSW-communicatieparameter ingestelde waarde.

[PSW]

Instellen van de PSW-communicatieparameter.

Instelbereik: 18 tot 4096.

Het instelbereik hangt af van de voor de PSI-communicatieparameter ingestelde waarde.

Stel een waarde in die lager is dan de voor de PSI-communicatieparameter ingestelde waarde.

[CRC-modus]

In- of uitschakelen van de CRC-controlefunctie.

[Flow controle]

Instellen van het communicatieprotocol.

Beschikbare instelopties:

•

[STATUS3]

•	[STATUS4 MULTI]

•

[GEEN]

---

Related Topics

Bedieningswijzen in de instelmodus

Invoeren van instelwaarden