Mediasensortype

De printer past de afdrukpositie nauwkeurig aan door met behulp van mediasensoren de zwarte streepjes (I-Marks) of tussenruimten (Gaps) op de media (labels) te detecteren.

Elk mediatype heeft de volgende zwarte streepjes of tussenruimten:

Labels met zwarte streepjes	Labels met tussenruimte	Krantenpapier / labels zonder rugpapier met zwarte streepjes

(1) Mediadoorvoerrichting

Stel het sensortype in om de afdrukpositie te detecteren volgens de media die u wilt gebruiken.

U kunt het sensortype instellen door de opstartgids te volgen. Als alternatief kunt u ook als volgt te werk gaan.

1.	Druk op de knop of op de knop in de onlinemodus.

De printer schakelt over naar de offlinemodus.

2.	Druk op de knop .

De printer schakelt over naar de instelmodus.

• Voer het wachtwoord in als de wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld.

3.	Selecteer [Afdrukken] met de knoppen /.

4.	Druk op de knop .

De lijst met opties wordt weergegeven.

5.	Selecteer [Type sensor] met de knoppen /.

6.	Druk op de knop .

Het scherm [Type sensor] wordt weergegeven.

7.	Selecteer met de knoppen / het sensortype om de afdrukpositie te detecteren.

[Geen]

Uitschakelen van de mediasensor.

[Tussenruimte]

Selecteer deze optie om voor media met tussenruimte de transmissiesensor te gebruiken.

[I-Mark]

Selecteer deze optie om voor media met zwarte streepjes de reflectiesensor te gebruiken.

• Als u [Verdeler] of [Afgeven en afdrukken] hebt geselecteerd in het menu [Afdrukmodus], zijn alleen [Tussenruimte] en [I-Mark] beschikbaar. • Als u [Zonder strook] hebt geselecteerd in het menu [Afdrukmodus], is alleen [Geen] beschikbaar.

8.	Druk op de knop om te bevestigen.

---

Gerelateerde onderwerpen

Handmatig instellen van de afdrukmodus

Inloggen op/uitloggen van de instelmodus

Werken met de opstartgids