TOP > Aan de slag > Aansluiten van de printer op een computer > Aansluiten van interfaces > Beschikbare interfaces Beschikbare interfaces De printer ondersteunt de volgende interfaces. • Een printer die met meerdere interfacekabels is verbonden, kan gewoon doorwerken terwijl gegevens worden ontvangen. U kunt echter niet via meer dan één interface tegelijk gegevens ontvangen. Meestal worden meerdere interfaces niet gelijktijdig gebruikt. • De printer drukt de ontvangen gegevens af in de volgorde van ontvangst. De nadien ontvangen gegevens worden opgeslagen in de ontvangstbuffer terwijl de eerste gegevens worden afgedrukt. (1) NFC (2) Wireless LAN (3) RS-232C (4) LAN (5) USB (6) Extern signaal (EXT) • De wireless LAN-interface is optioneel. • De NFC-interface van de printer heeft een contactloze communicatiefunctie waarmee u eenvoudig een wifiverbinding met Android-apparaten tot stand kunt brengen. Verder kunt u de NFC-interface gebruiken om via een Android-apparaat de printerinstellingen te wijzigen met uitgeschakelde printer en losgekoppeld netsnoer. Werkwijze om de hostcomputer en applicator met de printer te verbinden • Sluit de interfacekabels niet aan of koppel ze niet los (of gebruik geen schakelkast) terwijl de printer of computer ingeschakeld is. Hierdoor kunnen de interfaceschakelingen in de printer of computer beschadigd raken. Deze schade valt niet onder de garantie. • Controleer de richting van de aansluiting voordat de connector inplugt. 1. Zorg ervoor dat de printer, hostcomputer en applicator uitgeschakeld zijn. ◦ Zet de aan-uitknop van de printer in de stand "O". 2. Verbind de printer met een hostcomputer via een of meer van de beschikbare interfaceaansluitingen. 3. Verbind de applicatorkabel via de EXT-aansluiting op de printer met de applicator. Gerelateerde onderwerpen Interface Terug naar top