Laden van het RFID-tagmodel

Door sommige instellingen op te slaan, zoals de antenneposities en de lees-/schrijffrequentie voor elke RFID-tag die u gebruikt, kunt u de printerinstellingen eenvoudig aanpassen wanneer u van RFID-tags wisselt.

U kunt RFID-tagmodellen in het menu [Interface] > [RFID] > [Model RFID-tag] > [Laden] selecteren en op de printer toepassen.

Ga als volgt te werk om een RFID-tagmodel te laden:

1.	Druk met de printer in de onlinemodus op de knop op het bedieningspaneel om naar de offlinemodus over te schakelen.

2.	Druk op de knop om het menu [Instellingen] weer te geven.

3.	Druk op de knoppen / om [Interface] te selecteren, en druk daarna op de knop .

4.	Druk op de knoppen / om [RFID] > [Model RFID-tag] te selecteren, en druk daarna op de knop .

5.	Druk op de knoppen / om [Laden] te selecteren, en druk daarna op de knop .

6.	Druk op de knoppen / om het RFID-tagmodel te selecteren dat u wilt laden.

7.	Druk op de knop of op de knop om te bevestigen.

8.	Druk in het bevestigingsscherm op de knop .

9.	Druk in het eindscherm op de knop .

De instellingen van het geladen RFID-tagmodel worden op de printer toegepast. De naam van het geladen RFID-tagmodel verschijnt rechts van [Laden] in het menu [Model RFID-tag].

• Via het menu [Model RFID-tag] > [Bewerken] kunt u instellingen in opgeslagen RFID-tagmodellen wijzigen, of handmatig nieuwe RFID-tagmodellen opslaan.