Uitschakelen van de printer

• Zorg altijd ervoor dat uw handen droog zijn wanneer u de printer in- en uitschakelt en het netsnoer aansluit of loskoppelt. Natte handen vergroten het risico op elektrische schokken.

• Schakel de printer niet uit wanneer deze functioneert, bijvoorbeeld tijdens het afdrukken of het uitvoeren van een update/upgrade. Als u dat toch doet, kan de printer defect raken. • Wacht altijd tot de printer volledig is uitgeschakeld voordat u het netsnoer loskoppelt. • Als u de printer niet op de juiste manier in- of uitschakelt, kan dat de printerinstellingen wijzigen of initialiseren.

1.	Zorg ervoor dat de printer bij het uitschakelen in de offlinemodus staat.

Als op het scherm "Online" verschijnt, druk dan op de knop of op de knop om naar de offlinemodus over te schakelen.

2.	Zet de aan-uitknop (I/O) in de stand "O".

• U kunt de printer ook via de hoofdstroombron in- en uitschakelen aangezien de printer uitgerust is met een functie voor het opstarten bij netspanningsdetectie. Om de printer in en uit te schakelen via de hoofdstroombron, laat u de aan-uitknop (I/O) in de stand "I".