[Systeem] Menu

In het menu [Systeem] zijn de volgende instellingen beschikbaar:

[Regionaal]

Instellen van de schermtaal, tijdzone, kalender (optie) en eenheden.

Beschikbare instelopties:

[Berichten]

Instellen van de schermtaal.

Selecteer de schermtaal in de lijst.

[Extern toetsenbord]

Instellen van de taal voor het externe toetsenbord dat op de printer is aangesloten.

Selecteer de indeling van het externe toetsenbord voor West- en Oost-Europese talen, Japans, Chinees en Koreaans.

• Voor Japans, Chinees en Koreaans wordt alleen een verandering in toetsenbordindeling ondersteund. De IME (Input Method Editor) is niet compatibel. Bijgevolg kunt u geen hiragana, katakana of kanji invoeren.

[Regionale instellingen]

Bepalen welke landinstelling u wilt gebruiken voor de AEP(Application Enabled Printing)-modus.

De landinstelling bepaalt welke notatie in AEP-toepassingen wordt toegepast voor de tijd, datums, cijfers, prijzen, namen van weekdagen, maanden enz.

Selecteer de landinstelling in de lijst.

[Virtueel toetsenbord]

Instellen van de taal voor het schermtoetsenbord.

[Eenheid]

Instellen van de lengte-eenheid.

U hebt de keuze uit de volgende opties:

•

[dot]

•	["] (inch)

•

[mm]

[Tijd]

Instellen van de tijd.

U kunt de tijd alleen instellen als de optionele RTC-set (realtimeklok) is geïnstalleerd en als de NTP-functie is uitgeschakeld.

1.	Tik op / en daarna op om de huidige tijd in te stellen.

2.	Tik in het bevestigingsbericht op om de instelling ongedaan te maken, of op om die te bevestigen.

[Datum]

Instellen van de datum.

U kunt de datum alleen instellen als de optionele RTC-set (realtimeklok) is geïnstalleerd en als de NTP-functie is uitgeschakeld.

1.	Tik op / , en daarna op om de huidige datum in te stellen.

2.	Tik in het bevestigingsbericht op om de instelling ongedaan te maken, of op om die te bevestigen.

[Tijdzone]

Instellen van de tijdzone.

Selecteer eerst de regio op de kaart.

Selecteer vervolgens de plaats in de lijst.

[Taalpictogram weergeven]

Instellen dat het pictogram [Taal] wordt weergegeven in het menu [Instellingen].

Wanneer u deze functie inschakelt, wordt het pictogram [Taal] als volgt toegevoegd in het menuscherm [Instellingen]. U kunt direct toegang krijgen tot het instelscherm van de schermtaal.

[Meldingen]

Instellen van de functie om te melden dat het tijd is om onderdelen te reinigen of te vervangen.

Beschikbare instelopties:

[Printkop reinigen]

Melden dat het tijd is om de printkop te reinigen.

Beschikbare instelopties:

[Printkop reinigen]

In- of uitschakelen van de functie om te melden dat het tijd is om de printkop te reinigen.

[Interval reinigen]

Instellen van het interval voor de notificatie dat het tijd is om de printkop te reinigen.

U kunt deze instelling alleen wijzigen als u het menu [Printkop reinigen] hebt ingeschakeld.

De printer geeft de afstand aan afdrukken weer als instelwaarde. Instelbereik: 10 tot 1.000 m.

[Teller reinigen]

Weergeven van de huidige afstand aan afdrukken.

[Printkop vervangen]

Melden dat het tijd is om de printkop te vervangen.

Beschikbare instelopties:

[Printkop vervangen]

In- of uitschakelen van de functie om te melden dat het tijd is om de printkop te vervangen.

[Interval printkop]

Instellen van het interval voor de notificatie dat het tijd is om de printkop te vervangen.

U kunt deze instelling alleen wijzigen als u het menu [Printkop vervangen] hebt ingeschakeld.

De printer geeft de afstand aan afdrukken weer als instelwaarde. Instelbereik: 10 tot 100 km.

[Telling printkop]

Weergeven van de huidige afstand aan afdrukken.

[Cutter vervangen]

Melden dat het tijd is om het snijmechanisme te vervangen.

Beschikbare instelopties:

[Cutter vervangen]

In- of uitschakelen van de notificatie dat het tijd is om het snijmechanisme te vervangen.

[Levensduur cutter]

Instellen van de interval voor het melden dat het tijd is om het snijmechanisme te vervangen.

U kunt deze instelling alleen wijzigen als u het menu [Cutter vervangen] hebt ingeschakeld.

De printer geeft het aantal sneden van het snijmes weer als instelwaarde. Instelbereik: 10.000 tot 1.000.000.

[Teller cutter]

Weergeven van het huidige aantal sneden met het snijmes.

[Platen vervangen]

Melden dat het tijd is om de plaatrol te vervangen.

Beschikbare instelopties:

[Platen vervangen]

In- of uitschakelen van de functie om te melden dat het tijd is om de plaatrol te vervangen.

[Interval platen]

Instellen van het interval voor de notificatie dat het tijd is om de plaatrol te vervangen.

U kunt deze instelling alleen wijzigen als u het menu [Platen vervangen] hebt ingeschakeld.

De printer geeft de afstand aan doorgevoerde media weer als instelwaarde. Instelbereik: 10 tot 100 km.

[Telling platen]

Weergeven van de huidige afstand die de plaatrol aan media heeft doorgevoerd.

[Geluid]

Instellen van het zoemergeluid en het bedieningsgeluid van de printer.

Beschikbare instelopties:

[Volume]

Instellen van het geluidsvolume.

Verschijnt niet wanneer een bluetooth-apparaat, zoals een headset, op de printer is aangesloten.

Instelbereik: 0 tot 8.

0 is het laagste en 8 is het hoogste volume.

Als u het volume op 0 instelt, wordt het geluid gedempt.

• U kunt deze optie ook instellen via het aanraakpaneel dat wordt geopend wanneer u een veegbeweging op het scherm uitvoert.

[Bluetooth-volume]

Instellen van het geluidsvolume.

Verschijnt wanneer een bluetooth-apparaat, zoals een headset, op de printer is aangesloten.

Instelbereik: 0 tot 15.

0 is het laagste en 15 is het hoogste volume.

Als u het volume op 0 instelt, wordt het geluid gedempt.

• U kunt deze optie ook instellen via het aanraakpaneel dat wordt geopend wanneer u een veegbeweging op het scherm uitvoert.

[Geluid aanraking/toets]

Instellen van het bedieningsgeluid voor het aanraakpaneel (touchpanel) en de toets (Power/Home).

U hebt de keuze uit de volgende opties:

Geen

Toetsgeluid dempen.

Geluid1

Geluid2

Geluid3

[Energie besparen]

Beschikbare insteloptie:

[Automatisch uitschakelen]

Instellen van de inactiviteitsperiode waarna de printer automatisch wordt uitgeschakeld (= time-out).

Instelbereik: 0 tot 999 minuten.

• Als u hier 0 invoert, wordt deze functie uitgeschakeld.

Het gebruik van deze functie wordt afgeraden in de volgende gevallen:

•	Terwijl het Startscherm wordt weergegeven of in de instelmodus.

•	Wanneer de temperatuur van de printer de toelaatbare limiet overschrijdt (fout 1022).

•	Terwijl de printer afdrukgegevens ontvangt.

•	Terwijl de printer een update van het pakketbestand uitvoert.

[Helderheid LCD]

Instellen van de helderheid van het scherm.

Instelbereik: 1 tot 10.

1 is het donkerst en 10 is het helderst.

• De printer heeft een ingebouwde energiebesparingsfunctie die het scherm dimt wanneer u de printer enige tijd niet bedient. • U kunt deze optie ook instellen via het aanraakpaneel dat wordt geopend wanneer u een veegbeweging op het scherm uitvoert.

[Totale teller tonen]

In- of uitschakelen van de weergave van het totale aantal afdrukken.

Indien ingeschakeld, wordt het totale aantal afdrukken weergegeven op het online- en offlinescherm.

Het getal tussen haakjes rechts van [QTY] op het online- en offlinescherm is het totale aantal afdrukken.

• Toont het totale aantal afdrukken vanaf het moment dat u de printer inschakelt totdat u deze uitschakelt. Wanneer u de printer uitschakelt, wordt de teller teruggezet op [0].

[Wachtwoord]

Beschikbare instelopties:

[Wachtwoord inschakelen]

In- of uitschakelen van de wachtwoordbeveiliging.

Als u de wachtwoordbeveiliging hebt ingeschakeld, moet u het in het [Wachtwoord] menu ingestelde wachtwoord invoeren om toegang te krijgen tot het menu [Instellingen].

• Het standaardwachtwoord is 0310. U kunt het wachtwoord wijzigen in [Wachtwoord] > [Wachtwoord wijzigen] > [level1].

[Tijd time-out wachtwoord]

Instellen van de tijdsduur waarna u, eenmaal ingelogd, opnieuw het wachtwoord moet invoeren om toegang te krijgen tot de instelmodus.

Als u deze tijdsduur op 0 instelt, moet u een wachtwoord invoeren iedere keer dat u de instelmodus opent of dat een optie in het menu Instellingen selecteert.

Instelbereik: 0 tot 99 minuten.

• De inlogstatus blijft behouden wanneer de instelmodus of het Startscherm wordt weergegeven. Wanneer u naar het online-/offlinescherm overschakelt, wordt u afgemeld ongeacht de instelling [Tijd time-out wachtwoord].

[Beveiliging installeren]

In- of uitschakelen van de wachtwoordinvoer om het pakketbestand (.pkg) op de printer te installeren.

Als u deze functie hebt ingeschakeld, moet u om het pakketbestand te downloaden het wachtwoord invoeren dat is opgegeven in het menu [Wachtwoord].

U hebt de keuze uit de volgende opties:

Geen

Geen wachtwoord vereist om een pakketbestand te installeren.

USB

Wachtwoord vereist om een pakketbestand te installeren via het USB-geheugen.

Steeds

Wachtwoord vereist om een pakketbestand te installeren via het USB-geheugen of na het downloaden van een computer.

• Het wachtwoord om een pakketbestand te installeren kan elk wachtwoord zijn dat is opgegeven onder [Systeem] > [Wachtwoord]. Neem contact met een SATO-verdeler of met de technische support-afdeling van SATO voor meer informatie over het pakketbestand.

[NFC-beveiliging]

Instellen of u het bevestigingsbericht wilt weergeven dan wel de wachtwoordinvoer wilt activeren alvorens instellingen met een Android-apparaat via de NFC-interface naar de printer weg te schrijven.

Als u de NFC-beveiligingsfunctie wilt gebruiken, moet u de instellingen met het Android-apparaat wegschrijven terwijl de printer is uitgeschakeld. Bij het inschakelen van de printer verschijnt het bevestigingsbericht of het wachtwoordinvoerscherm.

U hebt de keuze uit de volgende opties:

Geen

Er wordt geen bevestigingsbericht weergegeven en u hoeft geen wachtwoord in te voeren voordat de instellingen naar de printer worden weggeschreven.

Bevestigen

U krijgt het bevestigingsbericht te zien voordat de instellingen naar de printer worden weggeschreven.

Wachtwoord

U moet het in het menu [Wachtwoord] ingestelde wachtwoord invoeren om de instellingen naar de printer weg te schrijven.

[Wachtwoord wijzigen]

Wijzigen van het wachtwoord.

U kunt 4 tot 32 tekens invoeren. Dit mogen letters van het alfabet (hoofdletters en kleine letters), cijfers en symbolen zijn.

Beschikbare instelopties:

admin

Insteloptie voor de fabriek.

Strikt voorbehouden aan geautoriseerd servicepersoneel van SATO.

manager

Wachtwoord om toegang te krijgen tot het menu [Service].

Strikt voorbehouden aan geautoriseerd servicepersoneel van SATO.

level1

Wachtwoord om toegang te krijgen tot het menu [Instellingen].

• Wachtwoorden anders dan [level1] zijn uitsluitend bestemd voor service- en onderhoudspersoneel.

[Starten bij AC]

Instellen of u de printer wilt in- of uitschakelen bij het in- of uitschakelen van de hoofdstroombron.

De printer in- of uitschakelen bij het in- of uitschakelen van de hoofdstroombron.

De printer in- of uitschakelen door te drukken op de toets (Power/Home) op de printer.

• Schakel de printer niet meermaals naar elkaar in/uit. • Als u de hoofdstroombron uitschakelt en direct daarna weer inschakelt, wordt de printer mogelijk niet ingeschakeld omdat het uitschakelproces nog bezig is. Druk in dit geval op de toets (Power/Home) om de printer in te schakelen. • Schakel de printer niet uit wanneer deze functioneert, bv. tijdens het afdrukken of het uitvoeren van een update. Als u dat toch doet, kan de printer defect raken. • Wacht altijd tot de printer volledig is uitgeschakeld voordat u het netsnoer loskoppelt. • Als u de printer niet op de juiste manier in- of uitschakelt, kan dat fouten veroorzaken in de printerinstellingen. In dit geval worden de printerinstellingen op de beginwaarden (fabrieksinstellingen) teruggezet. Wij adviseren altijd de aan-uitknop te gebruiken om de printer op de juiste manier uit te schakelen, en ervoor te zorgen dat de gewijzigde menu-instellingen goed zijn opgeslagen.

[Compatibel]

Instellen van de compatibiliteitsmodus.

Beschikbare instelopties:

[SBPL]

Instellen van de compatibiliteitsmodus voor SBPL.

Beschikbare instelopties:

[CODE128(C) Geen vulling]

Instellen dat een oneven aantal cijfers is toegestaan en dat de printer bij het afdrukken van de barcode nulopvulling toepast wanneer de begincode van CODE128 gelijk is aan C.

Een oneven aantal cijfers toestaan en bij het afdrukken van de barcode nulopvulling toepassen.

Een oneven aantal cijfers niet toestaan. Er wordt een aansturingsfout gemeld en de gegevens worden niet afgedrukt.

[Kanji-commando]

Instellen hoe de printer reageert wanneer de kanji-opdracht <K5>, <K6> of <K7> in de ontvangen gegevens is opgenomen.

De kanji-opdrachten <K5>, <K6> en <K7> in de ontvangen gegevens wijzigen in de juiste opdrachten, en vervolgens afdrukken.

◦	<K5>: 16 x 16 dots kanji op horizontale regel met 1-byte teken

◦	<K6>: 24 x 24 dots kanji op horizontale regel met 1-byte teken

◦	<K7>: 22 x 22 dots kanji op horizontale regel

De kanji-opdrachten <K5>, <K6> en <K7> in de ontvangen gegevens niet wijzigen. Bij het ontvangen van deze opdrachten reageert de printer als volgt:

◦	<K5>: Afdrukken met 40 x 40 dots kanji op horizontale regel.

◦	<K6>: Er wordt een aansturingsfout gemeld en de barcode wordt niet afgedrukt.

◦	<K7>: Er wordt een aansturingsfout gemeld en de barcode wordt niet afgedrukt.

[Lettertype/Logo oproepen]

Instellen hoe de tekencode wordt verwerkt die is opgegeven in de <RF>-opdracht Lettertype/Logo oproepen.

De tekencode wordt verwerkt in little-endian bytevolgorde (minst significante byte eerst).

De tekencode wordt verwerkt in big-endian bytevolgorde (meest significante byte eerst).

[OCR-lettertype]

Instellen of u oude tekens in het OCR-B-lettertype wilt afdrukken.

Afdrukken met het OCR-B-lettertype voor oude tekens.

Afdrukken met het OCR-B-lettertype voor nieuwe tekens.

[Jornal-lettertype]

Instellen of u het X21-lettertype wilt gebruiken om logboeken af te drukken.

X21-lettertype gebruiken.

S-lettertype gebruiken.

[Hoek teken]

Instellen dat de parameter bepaald door de <P>-opdracht hoek teken wordt ingeschakeld totdat de volgende parameter wordt gespecificeerd.

De opgegeven parameter wordt ingeschakeld totdat de volgende wordt gespecificeerd.

De opgegeven parameter wordt ingeschakeld in het veld.

[Parameters vervluchtigen]

Instellen dat u bij het uitschakelen van de printer de met de volgende opdrachten ingestelde waarden wilt terugzetten op de huidige waarden.

•	Afdrukmodus <PM>

•	Afdruksnelheid <CS>

•	Afdrukdonkerheid <#E>

•	Basisreferentiepunt <A3> (zonder (+/-) teken)

•	Sensortype <IG>

•	Afdrukmethode <PH>

•	Papierspecificatie <YE>

Bij het uitschakelen van de printer worden de ingestelde waarden teruggezet op de huidige waarden.

De met opdrachten ingestelde waarden behouden, zelfs wanneer de printer wordt uitgeschakeld.

[Chinees teken]

Instellen dat het gebruik van de opdracht Chinees afdrukken is toegestaan.

Hier volgen de opdrachten Chinees afdrukken:

•	24 x 24 dots, horizontaal Chinees schrift afdrukken <C2>

•	24 x 24 dots, verticaal Chinees schrift afdrukken <c2>

•	24 x 24 dots, horizontaal Chinees schrift afdrukken met tekens van zowel twee bytes als één byte <C9>

•	24 x 24 dots, verticaal Chinees schrift afdrukken met tekens van zowel twee bytes als één byte <c9>

• Om deze opdracht te gebruiken, moet u de kanji-tekenset en -tekencodes op voorhand instellen. Stel [Kanji ingesteld] en [JIS-codering] in het menu [Toepassingen] > [SBPL] > [Instellingen lettertype] > [Kanji] in, of neem in de afdrukgegevens de <KC>-opdracht kanji-code en de <KS>-opdracht kanji-set op.

[Door mens leesbaar overschrijven]

Wanneer u door de mens leesbare barcode-informatie over een grafiek afdrukt, instellen of deze informatie al dan niet een witte achtergrond heeft en gewoon over de grafiek afdrukken.

Door de mens leesbare informatie over de grafiek afdrukken.

Door de mens leesbare informatie afdrukken met elk teken tegen een witte achtergrond.

[Fout verouderd commando]

Instellen dat u een opdracht wilt voltooien zonder aansturingsfout te geven wanneer de printer een niet-ondersteunde opdracht ontvangt.

Verwerking voltooien zonder iets te doen.

Een aansturingsfout geven.

[Mediaspecificatie]

Instellen van de mediaspecificaties.

De tijdsduur waarna de printer stopt nadat het papiereinde wordt vastgesteld, verschilt afhankelijk van de mediaspecificaties.

U hebt de keuze uit de volgende opties:

Zelfklevend label

Stoppen wanneer het laatste vel media op de plaatrol is bereikt.

Niet-zelfklevend label

Stoppen nadat het laatste vel media wordt uitgeworpen.

[Commando optie wachttijd]

Instellen dat de door de <TW>-opdracht Optie wachttijd bepaalde parameters worden toegepast op de tijd voor snijden en uitvoeren in snij- en afdrukmodus en in gedeeltelijke snijmodus.

• U kunt de tijd voor snijden en uitvoeren ook instellen in het menu [Afdrukken] > [Knippen en uitwerpen]. • Het instelbereik van de parameters voor de <TW>-opdracht optie wachttijd bedraagt 000 of 005 tot 200 (in stappen van 100 ms), maar de tijd voor snijden en uitvoeren gaat van 1 tot 5 seconden (in stappen van 1 seconde). Deze parameters worden daarom als volgt omgerekend: ◦ 000: Niet snijden en uitvoeren ◦ 005 tot 014: 1 seconde ◦ 015 tot 024: 2 seconden ◦ 025 tot 034: 3 seconden ◦ 035 tot 044: 4 seconden ◦ 045 tot 200: 5 seconden

[BT Command Matrix2van5]

Instellen van het type barcode dat u wilt registreren wanneer Matrix2of5 wordt gespecificeerd door de <BT>-opdracht barcoderatio registreren.

Op deze printer is Matrix2of5 geregistreerd ongeacht of u deze instelling hebt in- of uitgeschakeld.

[Compatibel met X20-lettertype]

Instellen dat voor X20-lettertypen een proportionele spatiëring (tekenbreedte) kan worden geselecteerd. Met deze instelling kunt u ook de compatibiliteit met oudere modellen waarborgen wanneer een proportionele spatiëring voor XU-lettertypen wordt geselecteerd.

U kunt een vaste of proportionele spatiëring (tekenbreedte) voor X20-lettertypen selecteren. Wanneer voor XU-lettertypen een proportionele spatiëring wordt geselecteerd, krijgt u dezelfde tekenbreedte als met oudere modellen.

Voor X20-lettertypen wordt een vaste tekenbreedte gebruikt. Wanneer voor XU-lettertypen een proportionele spatiëring wordt geselecteerd, krijgt u een andere tekenbreedte dan met oudere modellen.

[Gedeeltelijke kopie]

Instellen of u volgnummers op de kopieerbestemming wilt weergeven en afdrukken als de volgnummeropdracht <F> is opgenomen in het kopieergebied van de opdracht <WD> voor gedeeltelijk kopiëren.

De volgnummers worden op de kopieerbestemming weergegeven en daarna afgedrukt.

De afdrukresultaten van de kopieerbron en de kopieerbestemming zijn identiek.

[Afdrukbaar gebied]

In- of uitschakelen van de compatibiliteitsmodus volgens het afdrukbare gebied.

Inschakelen van de compatibiliteitsmodus.

◦	Het afdrukgebied is het liggende (landscape) labelformaat dat is opgegeven met de mediaformaatopdracht <A1> plus de correctiewaarde.

◦	Als gegevens het afdrukbare gebied te buiten gaan, wordt er afgedrukt tot het maximale afdrukgebied in staand (portrait) en liggend (landscape) formaat.

◦	Als het uiteinde van de barcode buiten het afdrukgebied ligt, worden de barcode en de door de mens leesbare informatie binnen het afdrukgebied niet afgedrukt.

Uitschakelen van de compatibiliteitsmodus.

◦	Het afdrukgebied is het liggende (landscape) labelformaat dat is opgegeven met de mediaformaatopdracht <A1>.

◦	Als gegevens het afdrukbare gebied te buiten gaan, wordt er mogelijk niet afgedrukt tot het maximale afdrukgebied in staand (portrait) en liggend (landscape) formaat.

◦	Als het uiteinde van de barcode buiten het afdrukgebied ligt, worden de barcode en de door de mens leesbare informatie binnen het afdrukgebied afgedrukt.

• Geef de mediaformaatopdracht <A1> slechts één keer op per afdruktaak. Als u deze opdracht meermaals opgeeft voor een afdruktaak, kan het zijn dat u niet het gewenste afdrukresultaat krijgt.

[Netwerk]

Instellen van de compatibiliteitsmodus voor LAN.

Beschikbare insteloptie:

[Aansluiting annuleren]

Instellen of u andere verbindingsaanvragen wilt annuleren wanneer de printer al door de socket is aangesloten.

[WiFi]

Instellen van de compatibiliteitsmodus voor WLAN.

Verschijnt alleen wanneer de optionele wireless LAN/bluetooth-set is geïnstalleerd.

Beschikbare insteloptie:

[Draadloze aansluiting annuleren]

Instellen of u andere verbindingsaanvragen wilt annuleren wanneer de printer al door de socket is aangesloten.

[USB]

Instellen van de compatibiliteitsmodus voor USB.

Beschikbare insteloptie:

[Apparaat-ID]

Instellen of u het apparaat-ID voor de oude printer wilt retourneren.

U hebt de keuze uit de volgende opties:

•	[Uitgeschakeld]

•	[L'espritV/CT4i ID]

•	[ETER400/CT4i ID]

• Deze instelling ondersteunt alleen de compatibiliteit van apparaat-ID's. De compatibiliteit met door een printerstuurprogramma verstuurde opdrachten voor een oude printer wordt niet ondersteund. • Wat de compatibiliteit met CT4i betreft, bepaalt de selectie of er wel of niet serienummers worden geretourneerd. Als u [L'espritV/CT4i ID] selecteert, worden serienummers geretourneerd met de apparaat-ID. Selecteert u [ETER400/CT4i ID], dan worden geen serienummers geretourneerd. • Wanneer u wijzigingen hebt aangebracht, verschijnt in het Startscherm een bericht dat u de printer opnieuw moet opstarten. Start in dit geval de printer opnieuw op om de instellingen toe te passen.

[RS-232C]

Instellen van de compatibiliteitsmodus voor RS-232C.

Verschijnt alleen wanneer de optionele RS-232C-set is geïnstalleerd.

Beschikbare insteloptie:

[ENQ Reply]

Instellen van de status die voor STATUS3 wordt geretourneerd wanneer een fout Ontvangstbuffer vol optreedt.

Retourneert "Buffer vol (a)".

Retourneert "Andere fout (k)".

[Thema]

Instellen van het thema van het scherm.

U hebt de keuze uit de volgende opties:

•	[Zachtgrijs]

•

[Donker]

---

Gerelateerde onderwerpen

Bedieningswijzen in de instelmodus

Omstandigheden waarin het papiereinde wordt gedetecteerd

Invoeren van instelwaarden

[Kanji]

[Knippen en uitwerpen]

[Protocol]