TOP > Plaatsen van de media en het lint > Instellingen volgens de gebruikte media > Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van de functie Afval label voorkomen
3.
Sluit het deksel van de linthouder , draai aan het wieltje om het carbonlint enkele malen terug te spoelen .
Gebruik de standaardwaarde voor [Toevoer afwerker]. Als u [Toevoer afwerker] wijzigt, kan de werking van de functie Afval label voorkomen niet worden gegarandeerd.
Schakel [Automatisch meten] uit. Als u [Automatisch meten] inschakelt, kan de werking van de functie Afval label voorkomen niet worden gegarandeerd.
Bij gebruik van media met meer dan 3 mm tussenruimte en met [Mediaformaat controleren] ingeschakeld kunt u de functie Afval label voorkomen niet gebruiken.
Wanneer de functie Afval label voorkomen is ingeschakeld, hoeft u vóór het afdrukken niet op [DOORVOER] te tikken in de offlinemodus. Als u tikt op [DOORVOER], worden media tot aan de afdrukstartpositie doorgevoerd, ongeacht of de functie Afval label voorkomen is ingeschakeld.
Wanneer u tikt op [DOORVOER], verloopt de printerwerking als volgt.
Printerwerking wanneer u tikt op [DOORVOER] na het uitlijnen op de bovenkant van het label
[Afval label voorkomen]
[Geregistreerde labellengte]
1 Als de labellengte met geplaatste media kleiner is dan de afstand tussen de voorste rand van de media en de mediasensor
2 Als de labellengte met geplaatste media groter is dan de afstand tussen de voorste rand van de media en de mediasensor
3 Labels waarvan de lengte kleiner is dan de afstand tussen de wachtpositie voor het afdrukken en de mediasensor
4 Labels waarvan de lengte groter is dan de afstand tussen de wachtpositie voor het afdrukken en de mediasensor

Terug naar top