Aanpassen van de afdruksnelheid

Het aanpassen van de afdruksnelheid wijzigt niet alleen de afdruksnelheid, maar beïnvloedt ook de afdrukkwaliteit.

Het instelbereik varieert afhankelijk van de afdrukresolutie van de printer.

Het instelbereik voor de afdruksnelheid is als volgt:

Resolutie	Instelbereik
203 dpi (8 dots/mm)	2 tot 8 ips (inch per seconde) (50,8 tot 203,2 mm/s)
305 dpi (12 dots/mm)	2 tot 6 ips (inch per seconde) (50,8 tot 152,4 mm/s)

1.	Tik op [Instellingen] in het Startscherm of het offlinescherm.

2.	Voer het wachtwoord in als de wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld.

3.	Tik op [Afdrukken].

4.	Tik op [Snelheid].

5.	Wijzig de instelwaarde.

6.	Tik op om de ingestelde waarde op te slaan.

7.	Druk op de toets (Power/Home) om het Startscherm te openen.

8.	Druk nogmaals op de toets (Power/Home) om over te schakelen naar de onlinemodus.

Maak zo nodig een testafdruk om de afdrukkwaliteit te controleren.

• Wanneer het menu [Afdrukken] > [Geavanceerd] > [Prioriteit geven] op [Commando's] is ingesteld, worden de gegevens afgedrukt met de in de opdracht opgegeven snelheid. • Wanneer de afdruktaak tijdelijk wordt onderbroken, verschijnt het menu [Aanpassingen] in plaats van het menu [Instellingen] en kunt u de afdruksnelheid aanpassen.

---

Gerelateerde onderwerpen

Inloggen op/uitloggen van de instelmodus

Aanpassen van de afdrukinstellingen tijdens het afdrukken

[Prioriteit geven]