Aanpassen van de afdrukpositie

Stel [Pitch] in het menu [Afdrukken] > [Geavanceerd] > [Aanpassingen] in om de afdrukpositie aan te passen.

• Wanneer het sensortype op Gap (Tussenruimte) is ingesteld, wordt het bovenstaande basisreferentiepunt (afdrukpositie) als stoppositie gebruikt.

1.	Tik op in het beginscherm of het offlinescherm om het menu [Instellingen] te openen.

2.	Voer zo nodig het wachtwoord in.

3.	Tik op [Afdrukken].

4.	Tik op [Pitch] in het menu [Geavanceerd] > [Aanpassingen].

5.	Wijzig de instelwaarde.

Instelbereik: -45 tot +45 dots.

• De grootte van een punt (dot) bedraagt 0,083 mm. • In het menu [Systeem] > [Regionaal] > [Eenheid] kunt u de eenheid veranderen in punten (dots) of inches.

6.	Tik op om de ingestelde waarde op te slaan.

7.	Druk op de toets / (Standby/Home) om het beginscherm weer te geven.

8.	Druk nogmaals op de toets / (Standby/Home) om over te schakelen naar de onlinemodus.

Maak zo nodig een afdruk om de aangepaste afdrukpositie te controleren.

---

Related Topics

Inloggen op/uitloggen van de instelmodus

[Eenheid]