Configureren van de interface-instellingen via het interfacemenu van de printer

Configureer de interface-instellingen via het menu [Interface] in de instellingenmodus van de printer.

1.	Druk op de -knop in de onlinemodus.

De printer schakelt over naar offlinemodus.

2.	Druk op -knop.

De printer schakelt over naar de instellingenmodus.

3.	Selecteer [Interface] met de knoppen /.

4.	Druk op -knop.

De itemlijst wordt geopend.

5.	Selecteer de interface met de knoppen /.

[Netwerk]

Instellen van de LAN-verbinding en de draadloze LAN-verbinding.

[IEEE1284]

Stelt de IEEE1284-verbinding in.

Verschijnt alleen als de combo interface board is geïnstalleerd.

[RS-232C]

Instellen van de RS-232C-verbinding.

Verschijnt alleen als de combo interface board is geïnstalleerd.

[USB]

Stelt de USB-verbinding in.

[Bluetooth]

Stelt de bluetooth-verbinding in.

[NFC]

Instellen van de NFC-verbinding.

[CR/LF negeren]

Instellen om CR/LF-codes te negeren.

[CAN/DLE negeren]

Instellen om CAN/DLE-codes te negeren.

[Externe I/O]

Instellen van het externe signaal (EXT).

Verschijnt alleen als de combo interface board is geïnstalleerd.

[RFID] (Alleen RFID-modellen)

Instellen van de RFID.

Verschijnt alleen op het RFID-model.

6.	Druk op -knop.

De instellingenopties voor de geselecteerde interface worden weergegeven.

Pas de instellingen aan afhankelijk van de wijze waarop er wordt gecommuniceerd met het verbonden netwerk en de aangesloten computer.

---

Related Topics

[Interface] Menu