TOP > Verschillende instellingen van de printer > Het menu van het product [Controleren] > [Interface] Menu > [Netwerk] > [Controleren] [Controleren] Stel het LAN of draadloze LAN in, of selecteer de interface. Beschikbare instelopties: LAN Instellen van het LAN. WiFi Instellen van het wireless LAN. ◦ Verschijnt alleen als u het optionele draadloze LAN hebt geïnstalleerd. Interface Selecteren van de netwerkinterface. ◦ Dit item wordt gebruikt om de interface te selecteren uit LAN of draadloos LAN wanneer u het optionele draadloze LAN hebt geïnstalleerd. • U kunt LAN en draadloos LAN niet tegelijkertijd gebruiken. De draadloze LAN-functie is alleen beschikbaar als u het draadloze LAN hebt geïnstalleerd. Terug naar top