TOP > Verschillende instellingen van de printer > Het menu van het product [Controleren] > [Interface] Menu > [Netwerk] > [Geavanceerd] > [Firewall] [Firewall] Instellen van de functies voor de firewall. Een firewall kan de beveiliging verbeteren. Het voorkomt ongeoorloofde toegang via externe computers of schadelijke programma's. Wanneer de firewall is ingeschakeld, hebben alleen de toegestane diensten en poorten toegang tot de printer. • Als basisbeleid voor het filteren, is alle UITVOER toegestaan (ACCEPTEREN) en zijn zowel INVOER als VOORUIT niet toegestaan (STAKEN). Beschikbare instelopties: Inschakelen In- of uitschakelen van de firewall-functie. Services en poorten toestaan Stel de service of poort in om communicatie toe te staan. ◦ Alleen beschikbaar als u [Ingeschakeld] hebt geselecteerd in het menu [Inschakelen]. Aangepaste instellingen Geef het ICMP-type of het poortnummer van TCP of UDP op om communicatie toe te staan. ◦ Alleen beschikbaar als u [Ingeschakeld] hebt geselecteerd in het menu [Inschakelen]. Terug naar top