[Geavanceerd]

[Kalibreren]

[Controle kop]

[Modus controle kop]

[Elke pagina]

[Mediaformaat controleren]

[Aanpassingen]

[Online starten]

[doorvoer na fout]

[Doorvoer bij aanzetten]

[Toevoer afwerker]

[Einde papier sensor]

[Basispositie kop]

[Prioriteit geven]

[Opnieuw afdrukken]

[Eindpositie afdrukken]

[Labels bijna op]

Gedetailleerd instellen van het sensorgebruik en de mediadoorvoer.

Beschikbare instelopties:

Kalibreren

Stel de mediasensor af.

Controle kop

Controleer of een onderdeel van de printkop defect is.

Modus controle kop

Stel de modus voor printkopcontrole in.

◦	Verschijnt als u [ALLES] of [Barcode] hebt geselecteerd in het menu [Controle kop].

Elke pagina

Stel het interval voor printkopcontrole in.

◦	Verschijnt als u [Elke pagina] hebt geselecteerd in het menu [Modus controle kop].

Mediaformaat controleren

In- of uitschakelen van de mediaformaatcontrole.

◦	Verschijnt als u [Tussenruimte] of [I-Mark] hebt geselecteerd in het menu [Type sensor].

Aanpassingen

Corrigeer de offsetwaarde, de afdrukpositie en de helderheid van de afdruk.

Online starten

Instellen dat de printer in onlinemodus wordt ingeschakeld.

doorvoer na fout

Stel in of het medium automatisch wordt doorgevoerd na het herstellen van een fout.

Doorvoer bij aanzetten

Instellen dat het medium automatisch wordt doorgevoerd bij het inschakelen van de printer.

Toevoer afwerker

Stel de lengte in die wordt doorgevoerd na het afdrukken.

Einde papier sensor

Selecteren van de sensor voor het detecteren van het papiereinde.

Basispositie kop

Stel de randpositie voor afdrukken in.

Prioriteit geven

Voor de printerinstellingen kunt u instellen of de instellingen via de printer dan wel via de opdrachten prioriteit hebben.

Opnieuw afdrukken

In- of uitschakelen van de functie Opnieuw afdrukken.

Eindpositie afdrukken

Instellen van de mediastoppositie of snijpositie als [Type sensor] is ingesteld op [Geen].

Labels bijna op

Schakel de waarschuwing wanneer de media bijna op is in of uit.