TOP > Verschillende instellingen van de printer > Het menu van het product [Controleren] > [Extra] Menu > [Logboekfunctie] > [Ingeschakeld] [Ingeschakeld] In- of uitschakelen van de logfunctie. U hebt de keuze uit de volgende opties: Ingeschakeld Schakel de logfunctie in. Wanneer deze functie is ingeschakeld, worden de loggegevens opgeslagen bij het uitschakelen van de printer. Uitgeschakeld Schakel de logfunctie uit. • Als deze functie is ingeschakeld, worden loggegevens opgeslagen bij het uitschakelen, dus het kan even duren om de printer uit te schakelen. Wacht tot de printer is uitgeschakeld. • Terwijl de loggegevens worden opgeslagen, verschijnt een rood bericht met de tekst „Log Saving (Log opslaan)” op het scherm. • De printer slaat loggegevens op voor de laatste vijf keer dat hij werd uitgeschakeld. • De volgende soorten loggegevens worden opgeslagen: ◦ Belangrijke gebeurtenissen ◦ Analysestatus ◦ Systeemlogboeken en -instellingen ◦ Gedeeld geheugen (inclusief ontvangstbuffer) ◦ Operationele logboeken voor de barcodescanner Terug naar top