TOP > Diverse printerinstellingen > Het menu [Instellingen] van de printer > [Interface] Menu > [Netwerk] > [Instellingen]
• Voer de nodige instellingen uit en druk vervolgens op de knopom de nieuwe instellingen toe te passen. Druk op de knop
om de nieuwe instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen terug te zetten.
• U kunt [IP-adres], [Netmasker], [Gateway] of [DNS] niet wijzigen als [Modus] is ingesteld op [DHCP].Verschijnt alleen als u [DHCP] hebt geselecteerd in het menu [Modus] en als LAN de actieve interface is.Instellen en controleren van DNS-serveradressen als u [Statisch] hebt geselecteerd in het menu [Modus].
• Voer de nodige instellingen uit en druk vervolgens op de knopom de nieuwe instellingen toe te passen. Druk op de knop
om de nieuwe instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen terug te zetten.
• U kunt [IP-adres], [Lengte voorvoegsel], [Gateway], of [DNS] niet wijzigen als [Modus] verschilt van [Statisch].Instellen van het primaire adres van de DNS-server als u [Statisch] hebt geselecteerd in het menu [Modus].
• Om de proxy in te schakelen, moet [Server] ingesteld zijn en moet [Uitsluiten] ten minste 127.0.0.1 en localhost bevatten.
•
•
•
[DHCP-opties] is alleen instelbaar als u [DHCP] hebt geselecteerd in het menu [IPv4] > [Modus] of in het menu [IPv6] > [Modus].
• Voer de nodige instellingen uit en druk vervolgens op de knopom de nieuwe instellingen toe te passen. Druk op de knop
om de nieuwe instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen terug te zetten.
• Als [Wi-Fi Direct] actief is, worden [IPv6] en [Wi-Fi Protected Setup] niet weergegeven op het scherm.
• Ga na het uitvoeren van de nodige instellingen terug naar het scherm [Wi-Fi] door te drukken op de knop, en druk vervolgens op de knop
om de nieuwe instellingen toe te passen. Druk op de knop
om de nieuwe instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen terug te zetten.
• Als [Wi-Fi Direct] actief is, worden [Modus], [DHCP] en [DNS] niet weergegeven. Bovendien kunt u [IP-adres], [Netmasker] of [Gateway] niet wijzigen als [DHCP] of [Wi-Fi Direct] actief is. [DNS] is niet wijzigbaar als [Modus] gelijk is aan [DHCP].Instellen en controleren van DNS-serveradressen als u [Statisch] hebt geselecteerd in het menu [Modus].
• Ga na het uitvoeren van de nodige instellingen terug naar het scherm [Wi-Fi] door te drukken op de knop, en druk vervolgens op de knop
om de nieuwe instellingen toe te passen. Druk op de knop
om de nieuwe instellingen ongedaan te maken en de vorige instellingen terug te zetten.
• Als [Wi-Fi Direct] actief is, krijgt u dit scherm [IPv6] niet te zien. Bovendien kunt u [IP-adres], [Lengte voorvoegsel], [Gateway] of [DNS] niet wijzigen als [Modus] verschilt van [Statisch].Instellen van het primaire adres van de DNS-server als u [Statisch] hebt geselecteerd in het menu [Modus].
• Om de proxy in te schakelen, moet [Server] ingesteld zijn en moet [Uitsluiten] ten minste 127.0.0.1 en localhost bevatten.
•
•
•
[DHCP-opties] is alleen instelbaar als u [DHCP] hebt geselecteerd in het menu [IPv4] > [Modus] of in het menu [IPv6] > [Modus].
•
1.
2. Als [Scanning...] op het scherm verschijnt, drukt u de WPS-knop op het toegangspunt van het wireless LAN-apparaat.
3. Zodra de verbinding met het toegangspunt tot stand is gebracht, verschijnt [Configuratie geslaagd.] op het scherm.
• Als het maken van de verbinding met het toegangspunt mislukt, verschijnt [Geen toegangspunt gevonden.] op het scherm.
1.
2. Als [Scanning...] op het scherm verschijnt, voer dan de op het scherm weergegeven pincode in op het toegangspunt van het wireless LAN-apparaat of de computer.
3. Zodra de verbinding met het toegangspunt tot stand is gebracht, verschijnt [Configuratie geslaagd.] op het scherm.
• Als het maken van de verbinding met het toegangspunt mislukt, verschijnt [Geen toegangspunt gevonden.] op het scherm.De Wi-Fi Direct-functie wordt ingeschakeld als u [Infrastructuur] hebt geselecteerd in het menu [Modus]. Als u de instelling van [Ad-hoc] hebt gewijzigd in [Infrastructuur] in het menu [Modus], moet u de printer opnieuw opstarten voordat u de Wi-Fi Direct-functie instelt.
1. Stel de apparaatnaam van de printer in met [Naam apparaat]. U kunt 1 tot 32 tekens invoeren. Dit mogen letters van het alfabet (hoofdletters en kleine letters), cijfers en symbolen zijn.Druk op de knopom terug te gaan naar het menu [Wi-Fi] en druk op de knop
om de wijzigingen te activeren.
2. Selecteer [Verbinden] om te zoeken naar de namen van apparaten waarmee verbinding kan worden gemaakt of om verbindingsaanvragen te accepteren als de printer GO (Group Owner – groepseigenaar) is.Selecteer met de knoppen/
de naam van het apparaat waarmee u verbinding wilt maken, en druk op de knop
.
3. Selecteer [Groep starten] als u een nieuwe permanente groep wilt starten, of selecteer een groep uit de lijst.
4.
6.
•
• [Groep starten] en [Groep verwijderen] worden alleen weergegeven als Wi-Fi Direct actief is en de printer niet met een Wi-Fi Direct-netwerk verbonden is.
•
•
•
•Selecteer met de knoppen/
de naam van het wifinetwerk waarmee u verbinding wilt maken, en druk op de knop
om te bevestigen.
Om een wifinetwerk handmatig te registreren, drukt u op de knopen voert u de naam van het netwerk in.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•Verschijnt alleen als u andere opties dan [Personal (PSK)] hebt geselecteerd in het menu [WPA-verificatie] of als u [Dynamische WEP] hebt geselecteerd in het menu [Beveiliging].
•
•
•
•
•
•
•
• Als u [TTLS] hebt geselecteerd in het menu [EAP-modus], zijn [MSCHAPv2], [MSCHAP], [CHAP] en [PAP] de beschikbare opties.Verschijnt alleen als u [FAST] hebt geselecteerd in het menu [EAP-modus] en als u [Uitgeschakeld] hebt geselecteerd in [PAC auto voorziening].