Afdrukken met een standalone toepassing

De standalone (autonome) toepassing wordt vooraf geladen als initiële instelling van de AEP(Application Enabled Printing)-modus.

Met de standalone toepassing kunt u gegevens afdrukken die opgeslagen zijn op een USB-geheugen dat u in de USB-aansluiting van de printer plaatst.

　

Ga als volgt te werk om labels voor standalone afdrukken op te maken en uit te voeren:

1.	Gebruik labelsoftware, zoals NiceLabel, Bartender enz., om een label aan te maken.

• Aanbevolen wordt lettertypen van SATO-printers te gebruiken in plaats van TrueType-lettertypen, maar dat is niet verplicht. U kunt ook grafische afbeeldingen gebruiken. • Alle labelobjecten worden als vastgelegde gegevens opgeslagen. Aan de labelopmaak kunt u variabele gegevens toevoegen. Raadpleeg uw SATO-verkoper voor meer informatie.

2.	Gebruik de optie Print-to-File (Afdrukken naar bestand) om de SBPL-gegevensstroom aan te maken en de labeluitvoer op te slaan die u voor standalone afdrukken wilt gebruiken.

• De printer ondersteunt de volgende bestandsextensies: .ssa, .txt, .prn, .sbpl (als SBPL is ingeschakeld), .zpl (als SZPL is ingeschakeld). De bestandsextensies zijn niet hoofdlettergevoelig. Aanbevolen wordt een bestandsnaam van ten hoogste 32 tekens (bestandsextensie niet meegerekend) te gebruiken zodat de naam volledig op het printerscherm wordt weergegeven.

3.	Kopieer het labelopmaakbestand in de hoofdmap van een USB-geheugen.

Om de compatibiliteit met de standalone modus op S84-ex/S86-ex te waarborgen, kunt u de labelopmaak ook opslaan in de map "/PR61/DATA" als SBPL is ingeschakeld, en in de map "/PR61/SZPL" als SZPL is ingeschakeld.

• Gebruik altijd een USB-geheugen dat volgens het FAT32-bestandssysteem is geformatteerd.

4.	Druk met de printer in de onlinemodus op de knop op het bedieningspaneel om naar de offlinemodus over te schakelen.

5.	Druk op de knop om het menu [Instellingen] weer te geven.

• Voer het wachtwoord in als de wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld.

6.	Selecteer [Toepassingen] met de knoppen /, en druk daarna op de knop .

7.	Selecteer het menu [AEP] > [Applicatie starten] met de knoppen /, en druk daarna op de knop .

Als er al toepassingen op de printer zijn geladen, selecteert u [Simple Standalone] met de knoppen /, en drukt u daarna op de knop .

• De standalone toepassing wordt vooraf geladen op de printer en is niet verwijderbaar.

8.	Schakel de AEP-modus in door het menu [Inschakelen] te selecteren en start de printer opnieuw op om de instellingen toe te passen.

Na het rebooten krijgt u het volgende scherm te zien.

9.	Plaats het USB-geheugen in de daartoe bestemde aansluiting op de printer.

Gebruik het USB-geheugen waarop u in stap 3 het labelopmaakbestand hebt gekopieerd.

10.	Selecteer de opmaak met de knoppen /, en druk daarna op de knop of op de knop .

Op het scherm verschijnt een lijst van de in het USB-geheugen opgeslagen bestanden zonder extensies.

11.	Als een variabele in de opmaak staat, voert u die in met het schermtoetsenbord of via een op de printer aangesloten USB-scanner, -toetsenbord of -keypad.

12.	Als een teller in de opmaak staat, voert u de beginwaarde van de teller in met het schermtoetsenbord of via een op de printer aangesloten USB-scanner, -toetsenbord of -keypad.

13.	Voer de afdrukkwaliteit in om de labelopmaak af te drukken.

• Zodra het afdrukken is gestart, kunt u het USB-geheugen verwijderen. U hebt het USB-geheugen weer nodig om de volgende afdruktaak te starten. Klik op de knop om de inhoud van het USB-geheugen opnieuw te laden.

---

Gerelateerde onderwerpen

Waar zit wat op de printer?

Printergeheugen en USB-geheugen

[AEP]