TOP > Plaatsen van de media en het lint > Instellingen volgens de gebruikte media > Groepsgewijs configureren van afdrukinstellingen met de functie Media opstarten (alleen bij gebruik van één mediatype)
• Als u met meerdere mediatypen werkt, moet u eerst [Extra] > [Mediaprofielen bewerken] > [Registratie mediaprofielen] gebruiken om voor elk mediatype een profiel te registreren. Vervolgens kunt u dit profiel toepassen voor de media die u met de printer wilt gebruiken.
•
•
•
•
•
•
•
1.
3.U kunt tussen de schermen bladeren door te tikken op/
of door het scherm naar links of naar rechts te schuiven.
4.
7.
•
•
8. Tik op [Starten] en volg de instructies op het scherm om de automatische sensoraanpassing uit te voeren.
•
• De resultaten van de automatische sensorkalibratie worden weergegeven bij de instelopties onder [Afdrukken] > [Geavanceerd] > [Kalibreren].
11.Om de functie Afval label voorkomen juist uit te voeren, moet u de lengte van de labels registreren.
• Dit wordt weergegeven wanneer u [Label] als mediatype en [Gap] of [I-Mark] als sensortype hebt geselecteerd, en wanneer de functie Afval label voorkomen is ingeschakeld.
• In het menu [Systeem] > [Regionaal] > [Eenheid] kunt u de eenheid veranderen in punten (dots), " (inch) of mm.
14.
• Druk op de toets(Power/Home) om de momenteel uitgevoerde instellingen ongedaan te maken. Tik in het bericht op
om te bevestigen dat u de instellingen wilt negeren.