RFID-labelfouten afdrukken

Als de opgenomen gegevens op een tag onvolledig zijn door schrijven op een defecte tag, zal de printer een RFID-tagfout op de defecte media afdrukken. Deze functie voorkomt de verspreiding van beschadigde media met een tagfout.

Wanneer een RFID-tagfout optreedt, drukt de printer een schuine streep af en de foutmelding, zoals „WRITE TAG ERROR (SCHRIJF TAG FOUT)” of „TAG NOT FOUND (TAG NIET GEVONDEN)”. De positie voor het afdrukken van het bericht en de schuine streep wordt ingesteld met de opgegeven mediaformaatopdracht <A1>.

Bij een schrijffout zoals „WRITE TAG ERROR (SCHRIJF TAG FOUT)” blijft de printer de eerste 16 of 32 bytes van de schrijfgegevens afdrukken.

Het onderstaande schema toont het bericht en de schuine streep afgedrukt op de positie die gebaseerd is op het mediaformaat bepaald door de normale afdruk.

• Als de geïnstalleerde module HF is, kan een hex dump van UID worden afgedrukt afhankelijk van het labeltype en de timing van de optredende fout.

„WRITE TAG ERROR (SCHRIJF TAG FOUT)” in RFID-schrijfcommando	„READ TAG ERROR (LEES TAGFOUT)” in RFID-leescommando
Bij andere fouten drukt de printer het foutbericht dienovereenkomstig af.

„TAG NOT FOUND (TAG NIET GEVONDEN-fout)” in RFID-commando Schrijven/Lezen

(1) Doorvoerrichting

(2) De oorsprong van het bereik gespecificeerd door de mediaformaatopdracht <A1>

(3) Het bereik gespecificeerd met de mediaformaatopdracht <A1>

(4) De dump voor de eerste 16 of 32 bytes van de schrijfgegevens

• Wanneer een teken overlapt met de schuine streep, wordt het teken omgekeerd van zwart naar wit.

　

Bij gebruik van een klein label (bijvoorbeeld ongeveer het formaat P30 X W40 mm) of niet groot genoeg voor het instellen van een marge, worden de schuine streep en foutmelding op elkaar overlappend afgedrukt. Het overlappende gebied is omgekeerd van zwart naar wit. Er wordt geen dumpafdruk gemaakt.

„TAG NOT FOUND (TAG NIET GEVONDEN-fout)” in RFID-schrijfopdracht

(1) Doorvoerrichting

(2) De oorsprong van het bereik gespecificeerd door de mediaformaatopdracht <A1>

(3) Het bereik gespecificeerd met de mediaformaatopdracht <A1>

Als dit niet wordt opgegeven met de mediaformaatopdracht <A1>, drukt de printer de RFID-fout af met een vast formaat van P30 X W40 mm. Wanneer een teken overlapt met de schuine streep, wordt het teken omgekeerd van zwart naar wit.

„WRITE TAG ERROR (SCHRIJF TAGFOUT)” in RFID-schrijfcommando	„READ TAG ERROR (LEES TAGFOUT)” in RFID-leescommando
Bij andere fouten drukt de printer het foutbericht dienovereenkomstig af.

„TAG NOT FOUND (TAG NIET GEVONDEN-fout)” in RFID-commando Schrijven/Lezen

(1) Doorvoerrichting

(2) De dump voor de eerste 16 of 32 bytes van de schrijfgegevens

De volgende soorten fouten die moeten worden afgedrukt zijn:

Bericht	Oorzaak en oplossing
TAG NOT FOUND (TAG NIET GEVONDEN)	Oorzaak Kon het label om af te drukken niet vinden of het lezen van het label is mislukt. Oplossing Controleer de werking van de inlay en controleer de printer/antenne-instellingen.
WRITE TAG ERROR (SCHRIJF TAG FOUT)	Oorzaak Het schrijven van het label is mislukt. Oplossing Controleer de werking van de inlay en controleer de printer/antenne-instellingen.
READ TAG ERROR (LEES TAG FOUT)	Oorzaak Lezen van het label met behulp van de opdracht < TU> is mislukt. Oplossing 1. Controleer inlegvel, printer/antenne-instellingen. 2. Controleer of de adresomvang de maximale labelcapaciteit overschrijdt.
VERIFY UID ERROR (CONTROLEER UID-FOUT)	Oorzaak Het vervangen van het geplaatste label is mislukt. Oplossing Controleer de werking van de inlay en controleer de printer/antenne-instellingen.
PROTECT TAG ERR (BEVEILIG TAG FT)	ISO/IEC 15693, alleen FeliCa Oorzaak 1. Poging om te schrijven op een tegen schrijven vergrendelde label. 2. Poging om te schrijven naar een adres dat niet is toegestaan. Oplossing Gebruik een label dat niet is vergrendeld.
VERIFY TAG ERR. (CONTROLEER TAG FT.)	Behalve FeliCa Oorzaak De geschreven waarde en de gelezen waarde komen niet overeen. Oplossing Controleer de werking van de inlay en controleer de printer/antenne-instellingen.
	Alleen FeliCa Oorzaak De geschreven waarde en de gelezen waarde komen niet overeen. Er is een waarde groter dan de originele gegevens geschreven naar het aftrekregister. Oplossing Schrijf een geschikte waarde naar het aftrekregister.
LOCKING ERROR (VERGRENDELINGSFOUT)	Oorzaak Het vergrendelen van het inlegvel is mislukt. Oplossing Controleer het inlegvel.
WRONG TID ERROR (VERKEERDE TID FOUT)	ISO/IEC 15693, ISO/IEC 14443 alleen Type A Oorzaak Lees de UID van een ander inlegvel dan het gespecificeerde inlegvel. Oplossing Controleer of de labels die u gebruikt de opgegeven typen labels zijn.
MULTI TAGS ERROR (FOUT IN MEERDERE TAGS)	Behalve FeliCa Oorzaak Er worden meerdere tags tegelijk gedetecteerd. Oplossing Controleer de werking van de inlay en controleer de printer/antenne-instellingen.
	Alleen FeliCa Oorzaak Het vastgelegde IDm van de kaart is niet consistent tussen processen. (Poging om te schrijven naar een verkeerde kaart.) Oplossing Controleer de werking van de inlay en controleer de printer/antenne-instellingen.
READ ONLY ERROR (ALLEEN-LEZEN FOUT)	Alleen UHF Oorzaak 1. Poging om te schrijven op een tegen schrijven vergrendeld inlegvel. 2. Poging om te schrijven naar een inlegvel terwijl het schrijfvermogen laag is. Oplossing 1. Gebruik een label dat niet is vergrendeld. 2. Pas [Vermogen schrijven]/[Vermogen lezen] aan.
DIFFER TAG KIND (VERSCHIL LABELTYPE)	ISO/IEC 15693, ISO/IEC 14443 alleen Type A Oorzaak Onjuist labeltype opgegeven. Oplossing Controleer het labeltype en geef het juiste labeltype op.
LOST HANDLE ERR (VERLOREN HANDVAT FT)	ISO/IEC 15693, ISO/IEC 14443 Type A, alleen FeliCa Oorzaak Het verkrijgen van het ID is mislukt. Oplossing Verbeter de radiogolven.
POWER NOT ENOUGH (VERMOGEN NIET VOLDOENDE)	Alleen UHF Oorzaak De RSSI-waarde van de RFID-tag is gedaald onder de waarde die is ingesteld in [Interface]>[RFID]>[Filterfunctie]>[Drempelwaarde] vanwege het inschakelen van de RSSI-filterfunctie. Oplossing 1. Controleer inlegvel en [Drempelwaarde] voor RSSI-filter. 2. Pas [Vermogen schrijven]/[Vermogen lezen] aan.
ADDRESS EXCEED (ADRES OVERSCHREDEN)	Alleen ISO/IEC 15693 Oorzaak 1. Poging om de gegevens te schrijven naar het geheugen waardoor het adresbereik wordt overschreden. 2. Het geheugen bestaat niet in het geheugenblokadres waar de gegevens moeten worden geschreven. Oplossing 1. Controleer of de adresomvang de maximale inlegvelcapaciteit overschrijdt. 2. Controleer de gegevensomvang.