Aanpassen van de helderheid van de afdruk

Ga als volgt om de helderheid van de afdruk aan te passen:

• U kunt de helderheid van de afdruk fijnregelen met de optie [Helderheid instellen] in het menu [Afdrukken] > [Geavanceerd] > [Aanpassingen]. • Wanneer het menu [Afdrukken] > [Geavanceerd] > [Prioriteit geven] is ingesteld op [Commando's] en de helderheid van de afdruk door de opdracht wordt opgegeven, worden de gegevens afgedrukt met de helderheid van de afdruk die door de opdracht is opgegeven. • Wanneer de afdruktaak tijdelijk wordt onderbroken (pauzestand), verschijnt het menu [Aanpassingen] in plaats van het menu [Controleren] en kunt u de helderheid van de afdruk aanpassen.

1.	Wanneer de printer in de onlinemodus staat, drukt u op de -knop om over te schakelen naar de offlinemodus.

2.	Druk op de -knop om het [Controleren]-menu weer te geven.

3.	Druk op de /-knoppen om [Afdrukken] te selecteren en druk vervolgens op de -knop.

4.	Druk op de /-knoppen om [Helderheid] te selecteren en druk vervolgens op de -knop.

Het [Helderheid]-scherm verschijnt.

5.	Druk op de knoppen / om een waarde te selecteren.

Het instelbereik is van 1 tot 10. 1 is het lichtst en 10 is het donkerst.

6.	Druk op de -knop of de -knop om de ingestelde waarde op te slaan.

7.	Druk op de -knop om over te schakelen naar de offlinemodus.

8.	Druk nogmaals op de -knop om naar de onlinemodus te schakelen.

Maak zo nodig een testafdruk om de afdrukkwaliteit te controleren.